Cerium
58
Ce
Groep
n.v.t.
Periode
6
Blok
f
Protonen
Elektronen
Neutronen
58
58
82
Algemene Eigenschappen
Atoomnummer
58
Atomair gewicht
140,116
Massa Getal
140
Categorie
Lanthaniden
Kleur
Zilver
Radioactief
Nee
Cerium werd genoemd naar de asteroïde Ceres
Kristalstructuur
Eenvoudige Hexagonaal
Historie
Jöns Jakob Berzelius en Wilhelm Hisinger ontdekten het element in ceria in 1803 in Zweden.
Klaproth ontdekte het gelijktijdig en onafhankelijk in enkele tantaalmonsters in Duitsland.
Carl Gustaf Mosander, die nauw samenwerkte met Berzelius, bereidde metallisch cerium in 1825.
Klaproth ontdekte het gelijktijdig en onafhankelijk in enkele tantaalmonsters in Duitsland.
Carl Gustaf Mosander, die nauw samenwerkte met Berzelius, bereidde metallisch cerium in 1825.
Eletronen per schil
2, 8, 18, 19, 9, 2
Electronconfiguratie
[Xe] 4f1 5d1 6s2
Zeewater bevat 1,5 delen per biljoen cerium
Fysieke Eigenschappen
Fase
Vast
Dichtheid
6,77 g/cm3
Smeltpunt
1068,15 K | 795 °C | 1463 °F
Kookpunt
3716,15 K | 3443 °C | 6229,4 °F
Fusiewarmte
5,5 kJ/mol
Verdampingswarmte
350 kJ/mol
Specifieke Warmtecapaciteit
0,192 J/g·K
Overvloedig aanwezig in de aardkorst
0,006%
Overvloedig aanwezig in het universum
1×10-6%

CAS-nummer
7440-45-1
PubChem CID nummer
23974
Atoomeigenschappen
Atoomstraal
182 pm
Covalentiestraal
204 pm
Electronegativiteit
1,12 (Pauling schaal)
Ionisatiepotentiaal
5,5387 eV
Atoomvolume
20,67 cm3/mol
Thermische geleiding
0,114 W/cm·K
Oxidatietoestanden
2, 3, 4
Toepassingen
Cerium wordt gebruikt in koolstofbooglicht, vooral in de filmindustrie.
Ceriumoxide is een belangrijk component van glaspolijstpoeders en fosfor gebruikt in schermen en fluorescerende lampen.
Ceriumverbindingen worden ook gebruikt bij de vervaardiging van glas, zowel als component als ontkleuring.
Ceriumoxide is een belangrijk component van glaspolijstpoeders en fosfor gebruikt in schermen en fluorescerende lampen.
Ceriumverbindingen worden ook gebruikt bij de vervaardiging van glas, zowel als component als ontkleuring.
Cerium wordt als matig giftig beschouwd
Isotopen
Stabiele isotopen
136Ce, 138Ce, 140Ce, 142CeInstabiele isotopen
119Ce, 120Ce, 121Ce, 122Ce, 123Ce, 124Ce, 125Ce, 126Ce, 127Ce, 128Ce, 129Ce, 130Ce, 131Ce, 132Ce, 133Ce, 134Ce, 135Ce, 137Ce, 139Ce, 141Ce, 143Ce, 144Ce, 145Ce, 146Ce, 147Ce, 148Ce, 149Ce, 150Ce, 151Ce, 152Ce, 153Ce, 154Ce, 155Ce, 156Ce, 157Ce